Skip to the main content

Historie

De eerste 5 jaar van Bridgeclub Vronesteyn
 

Een stevig partijtje bridgen in een beschaafd milieu

 

Oprichting

De oprichtingsvergadering vond plaats op woensdag 10 november 1948, en dus niet op 4 november 1948 zoals in de vernieuwde statuten van 1979 staat vermeld. De lijst van oprichters omvatte 15 personen, waaruit een ‘voorlopig topzwaar’ bestuur van 5 personen werd gekozen:

Dhr. N. de Haan, voorzitter, Mw. van Dam, secretaris, dhr. R.A. de Zwart, penningmeester, dhr. C. Heres, wedstrijdleider en lt.kol. A. Koningsfeld, commissaris materiaal.

Van de oprichting verscheen op 19 november 1948 een mededeling in de Voorburgsche Krant. Gesteld werd daarin dat bridgen bij Vronesteyn betekent een stevig partijtje bridgen in een beschaafd milieu.

Gespeeld zal worden op dinsdagavond, aanvang 19.45 uur, in restaurant Vronesteyn. De heer Kuypers, eigenaar van Vronesteyn, had gevraagd de nieuwe club naar zijn restaurant te willen noemen, wat uit dankbaarheid aanvaard werd. Wel werd de suggestie gedaan de heer Kuypers te vragen de zaal voor het voeren van die naam te mogen gebruiken voor de halve huur. De vz. antwoordde dat dit reeds het geval was en zelfs voor minder voor de eerste tijd.

 

De contributie werd vastgesteld op fl. 12,– per jaar en een speelgeld van fl. 0.30 per avond. Inleggeld nieuwe leden fl. 5.–, te voldoen bij aanmelding.

Het bestuur fungeerde voorlopig als ballotagecommissie. Later werd een ballotagecommissie ingesteld, die o.a. moest letten “op het moreel van de candidaat (bijv. vroeger NSB lidmaatschap en uiterlijke gedragingen) en speelcapaciteiten”.

 

Aan het eind van deze oprichtingsvergadering stelde de voorzitter voor de bespreking te beëindigen en nog wat te bridgen.

 

Achtergrond

De bedoeling was een sterke wedstrijdclub op te richten wat blijkt uit de correspondentie met de NBB. Op 14 november 1948 werd al het verzoek aan de Bond gedaan de vereniging als gewoon lid in te schrijven. Daartegen was kennelijk bezwaar gemaakt, de bond wilde daarom eerst een overleg op 16 februari 1949. In het archief is een uitvoerige brief van 6 kantjes met toelichting aan de NBB aanwezig geschreven door dhr. N. van Dam, majoor der infanterie, één van de oprichters (en echtgenoot van de secretaris), die de redenen daarvoor verduidelijkte.

Kort voor de oprichting hadden 6 leden bedankt als lid van de Voorburgse Bridgeclub (VBC), 2 leden hadden al eerder bedankt, terwijl er 4 nog wel lid waren van VBC. Het bedanken werd veroorzaakt doordat 4 van die leden wegens misdragingen geroyeerd waren. Die leden hadden voorgesteld weer de wedstrijdgeest te kweken en de wekelijkse speelavonden weer wedstrijdavonden te maken. VBC stelde echter een prettige sfeer boven het opvoeren van het spelpeil en de opposanten werd verweten zich aan de orde te hebben vergrepen.

Dhr. van Dam verwijt het bestuur van VBC, dat het ‘op onsportieve wijze de aansluiting van Bridgeclub “Vronesteyn” heeft tegengewerkt, waarbij de mogelijkheid niet is uitgesloten dat door de voorzitter van VBC gebruik is gemaakt van zijn functie in het Districtsbestuur.’ En dhr. van Dam is er ‘volkomen van overtuigd dat, welke beschuldigingen ook tegen de Bridgeclub “Vronesteyn” worden ingebracht, deze zullen worden weerlegd, waartoe ik volgaarne mijn medewerking wil verlenen.’

 

Op 9 maart 1949 kwam overigens het bericht dat de NBB B.C. Vronesteyn als lid had geaccepteerd.

 

VBC had ondertussen op 26 november 1948 ook een mededeling in de Voorburgsche Krant geplaatst met de uitslagen van haar 9 viertallen in de Districtscompetitie, vergezeld van de opmerking dat ‘van de verschillende bridge-verenigingen welke in onze gemeente bestaan zij de enige club is die gerechtigd is aan de districtscompetitie deel te nemen.’

 

Het eerste jaar

 

In de eerste ledenvergadering op 13 september 1949 memoreerde de voorzitter, dat de bedoeling was een sterke wedstrijdclub op te richten. Hij constateerde echter dat “het spelpeil niet ten volle aan de verwachtingen heeft beantwoord, evenmin als het aantal leden, dat nu 25 bedraagt. Wij houden evenwel het oog op de toekomst gericht. Verschillende andere clubs hebben in het begin van hun bestaan dezelfde moeilijkheden gehad, zodat ongetwijfeld ook bridge-club ‘Vronesteyn’ over enkele jaren een bloeiende club zal zijn”.

 

Een aantal bestuursleden ziet zich door drukke werkzaamheden genoodzaakt af te treden. Er wordt een nieuw bestuur gekozen bestaande uit dhr.Heres, voorzitter, Mr. Diepeveen, secretaris, dhr. Van Zegveld, penningmeester, Mw. Slot, commissaris materiaal en dhr. ter Averst, wedstrijdleider.

 

Ter gelegenheid van het eenjarig bestaan van de club werd op 5 november 1949 een bridge-drive gehouden. Volgens een verslag in de Voorburgsche Krant was de opkomst zeer groot, ‘wat voor het voortvarende bestuur wel een voldoening zal zijn geweest’. Het inleggeld bedroeg fl.1,–, terwijl de hoofdprijs een rondvlucht voor 2 personen in een sportvliegtuig boven Den Haag was.

 

In het eerste jaar kon niet aan de districtsviertallen competitie worden meegedaan omdat de vereniging pas halverwege het speelseizoen als lid van de NBB werd geaccepteerd.

In het seizoen 1949/50 werd met 3 viertallen deelgenomen. De wedstrijdleider, dhr. ter Averst, stelde daarbij dat de samenstelling der viertallen een beleidskwestie is. Kan men zich niet verenigen met de werkwijze van de wedstrijdleider, dan treedt hij af.

 

De ontvangsten/uitgaven bedroegen in 1949/50: fl 1187,70. De contributie wordt nu overigens verlaagd naar fl. 7,50 per jaar, maar het speelgeld bleef gehandhaafd op fl. 0.30 per avond. Dat werd pas na het 1e lustrum afgeschaft.

 

Sinterklaas werd vanaf 1949 uitbundig gevierd, op een aparte (zaterdag)avond waarop ook familieleden welkom waren. De entree bedroeg fl 0.75, en er was een tombola. Elk lid zorgde voor een cadeautje voor een ander lid met een maximale waarde van fl 1,50. Tot de komst van de Sint kon er vrij gebridged worden, daarna dansen en bridge tot 3 uur. Twee leden (dhr. ter Averst en dhr. van der Borght) traden op als Sint Nicolaas en Zwarte Piet. In het jaarverslag werd geconstateerd dat het een buitengewoon geanimeerde avond was, waarin tot uiting kwam dat de clubgeest uitstekend was. Vooral de creaties van Sint Nicolaas en Zwarte Piet, onder meer een gedicht (aanwezig in het archief) waarin iedereen ‘behandeld’ werd, vonden ongekende bijval hoewel door de Sint geen blad voor de mond genomen werd. Bijv. over penningmeester Van Zegveld werd gezegd:

De leden geef ik een goede raad

Als hij speelgeld ophalen gaat

Geef dan uw dertig cent gepast

Want met wisselen heeft hij last

Toch zit ‘m dat niet in zijn verstand

Want hij rekent altijd naar z’n eigen kant

Overigens wel een rustig man,

Die met z’n vrouw niet bridgen kan

Want spelen zij samen, o lieve grut

Dan is het heibel in de hut

Want vrouwlief vertelde wel eens goed

Dat hij anders bieden moet

Na afloop vielen er wel eens woorden

Die de rust in de Wateringelaan verstoorden

Daarom nam hij heel kordaat

Afscheid van z’n vrouw als maat

 

En daarna

 

Om het spelpeil te verhogen werd besloten vanaf februari 1950 in (2) lijnen te gaan spelen op twee avonden, terwijl op de derde avond weer door elkaar zal worden gespeeld om het clubverband te behouden en te versterken.

 

Het jaarverslag van 8 november 1950 meldt, dat er een aangename sfeer heerst onder de leden en dat de vereniging inmiddels gegroeid is van 25 naar 40 leden ondanks het bedanken in de loop van het jaar van 13 leden. Op een vraag uit de ledenvergadering van die dag tot welk aantal leden men de club maximaal wenst uitgebreid te zien stelt de voorzitter zich voor tot ongeveer 50 à 60 leden.

Tijdens diezelfde vergadering werd de heer Koé tot opvolger van Mw. Slot als commissaris materiaal verkozen. Ook werden de statuten en het huishoudelijke reglement goedgekeurd.

Aan de districtsviertallen competitie werd in het seizoen 1950/51 met 6 viertallen deelgenomen. Het 1e team werd zelfs kampioen van haar afdeling, maar verloor helaas de promotie wedstrijden. Voor het seizoen 1951/52 werden zelfs 7 teams ingeschreven. Daarnaast werd aan verschillende toernooien deelgenomen, bijv. aan de Kurhauscoupe met 5 viertallen en aan de Shell-drive zelfs met 9 teams. Ook werden er met enige regelmaat viertallenwedstrijden tegen zusterverenigingen gespeeld, bijv. tegen Shell en tegen “Berkel” uit Rotterdam.

 

Ook Sint Nicolaas en Zwarte Piet maakten op zaterdag 2 december 1950 weer hun opwachting op een avond waar ook introducés welkom waren. Het Sint Nicolaasfeest was volgens het jaarverslag weliswaar zeer geanimeerd, maar had een behoorlijk staartje. Dat werd veroorzaakt door het volgende deel uit het gedicht, dat Sinterklaas (dhr. ter Averst) voorgedragen had:

 

Mw. Antheunisse laat zich niets welgevallen

Bestelt ze soup, dan wenst ze die met ballen

Toen ze op een keer geen vlees of ballen kon ontdekken

Dacht ze…die Kuipers kan verrekken

Schoorvoetend is Charles toen teruggekomen

En heeft de soup weer meegenomen

De heer Kuipers was toen zeer ontdaan

Zij kreeg van hem niets meer voortaan

Maar zulke grappen moet hij bij U niet proberen

De Bridge-club “Vronesteyn”zal ‘m wel moris leren

 

Kennelijk viel dit gedicht niet in goede aarde bij dhr. Kuypers. Er ontstond een ernstig conflict, waarbij deze “zich niet ontzag enige opmerkingen te plaatsen, welke in hoge mate beledigend waren voor de gehele vereniging en voor één van onze bestuursleden (waarschijnlijk dus dhr. ter Averst) in het bijzonder. Als de gewraakte woorden niet zouden worden teruggenomen zou de toegang van de gehele bridgeclub worden geweigerd. Reden voor het voltallige bestuur om na rijp en rustig beraad in haar vergadering van zondag 3 december 1950 de betrekkingen met de heer Kuypers te verbreken.

 

De speelgelegenheid werd nu Café Restaurant “Canterbury”, Parkweg 2 in Voorburg, waarbij werd opgemerkt “dat wij wat betreft de sfeer er geenszins op achteruit gegaan zijn”.

 

Het bestuur besloot om nu geen open drive ter gelegenheid van het 2-jarig bestaan te vieren, maar in plaats daarvan een Kerstdrive “om wild” voor de leden te houden op zaterdag 23 december 1950. Er werd gerekend op ca. 48 personen, waarbij ook echtgenotes en verloofdes van leden waren toegelaten. De entree bedroeg fl. 1,– per persoon. Dankzij een gift van fl 50,- was er in beide lijnen een 1e prijs van fl. 8,–, 2e prijs van fl. 7,–, 3e prijs van fl. 6,–, 4e prijs van fl.5,– , een 6e prijs van fl. 4,– en verder troostprijzen van fl. 3,–. De prijzen werden in waardebonnen uitgekeerd.

In April 1951 werd het clubblad “Vronesteyn komt uit…” geboren. Het moest een prettige steun vormen voor de leden die hun spelcapaciteiten wilden opvoeren en tevens een versterking zijn van de clubgeest. Uit de verslagen blijkt dat het nogal eens de nodige moeite kostte om het blad gevuld en tijdig klaar te krijgen: De redactieleden hebben het druk en de bijdragen van de leden blijven meestal uit. Het is voorgekomen “dat de redacteur in zijn eentje de hele krant moest volschrijven en dat is natuurlijk niet doenlijk.” Na 2 jaar noopten gebrek aan tijd en medewerking de redacteur de uitgaven van het clubblad stop te zetten. Er verscheen nog wel een extra feestnummer ter gelegenheid van de lustrumviering.

 

In september 1951 meende de voorzitter, dhr. Heres, zich ernstig te moeten richten tot de secretaris Mr. R.A. Diepeveen, omdat die hem een brief van het district met de competitie-indeling veel te laat ter hand had gesteld. Daardoor “hadden er moeilijkheden kunnen komen en het is zonder meer duidelijk dat dit niet te excuseren is”. De secretaris stelde daarop in het belang van de club zijn functie ter beschikking, wat door de overige bestuursleden aanvaard werd. De voorzitter stelde vervolgens dat hij wel genoodzaakt was om deze stap te doen, maar sprak toch zijn waardering uit voor het werk dat door de secretaris was verricht, met name voor het samenstellen van de statuten en het huishoudelijk reglement, wat hij zeer verdienstelijk noemde.

Een ander bestuurslid, dhr. S. Koé, werd nu secretaris en wonderlijk genoeg bleef de weggestuurde secretaris bestuurslid en werd commissaris-materiaal!

 

In oktober 1951 was er al weer het volgende conflict. De voorzitter merkte in een bestuursvergadering op dat de verstandhouding in het bestuur en de club te wensen overliet. Dat had te maken met de indeling van de viertallen (vrienden bij elkaar of de sterkste teams). De wedstrijdleider, de heer ter Averst, constateerde dat hij het niet eens is met het beleid van het bestuur en vroeg zijn ontslag. Dat werd verleend, maar ook hij werd weer waarderend toegesproken. Hij bedankte echter ook als lid.

 

Zijn opvolger, de heer G. Sleyser, wilde een jaar later alweer ontslag nemen vanwege de geringe medewerking van de leden en zelfs bestuursleden om vlotter te spelen (“Aan de ene kant dreigen de club te verlaten omdat het te laat wordt terwijl aan de andere kant wordt gespeeld op een wijze: ‘kom ik er vandaag niet dan misschien morgen wel’). De voorzitter, de heer Heres, stelde daarop dat hij waardering heeft voor het technische werk dat de heer Sleyser als wedstrijdleider verricht, maar hij heeft toch ook wel kritiek op de specifieke leiding en de toon van de heer Sleyser bij verschillen van mening. Ook merkte de voorzitter op dat hij bereid is de wedstrijdleiding op zich te nemen en te garanderen dat dan op tijd begonnen en geëindigd zal worden! De heer Sleyser zegt dan af te willen treden, maar de voorzitter doet een beroep op hem om aan te blijven als bestuurslid en lid van de Technische Commissie omdat zij hem node kunnen missen. Besloten werd dan dat de heer Heres wedstrijdleider wordt en de heer Sleyser voorzitter van de Technische Commissie.

 

Aan het einde van het 3e jaar had de vereniging 42 leden: er waren 19 nieuwe leden toegetreden, maar er hadden ook 17 leden bedankt waaronder “de heer ter Averst cum suis, die zich niet kon verenigen met het gevoerde beleid”. In de jaarvergadering werd opgemerkt, dat nu de heer ter Averst de club verlaten heeft de fam. Servais wellicht weer terug zou kunnen komen omdat zij om de heer ter Averst bedankt zouden hebben. De voorzitter antwoordde, “dat deze voorstelling van zaken niet juist is. De fam. Servais heeft niet alleen bedankt om ter Averst, de heer Servais is een lastig mens.”

 

In 1952 werd overwogen voor de vereniging een nieuwe naam te kiezen. Door 11 inzenders waren 17 namen genoemd, maar het bestuur constateerde dat geen der inzenders ook maar enigszins de oude naam konden doen vergeten. Besloten werd voorlopig de naam Vronesteyn aan te houden.

 

In 1952 werd de heer Kanis, lid van de Technische Commissie, ontslagen omdat hij zich ten onrechte gegriefd voelde. Hij was niet verkozen in een team dat tegen een andere vereniging ging spelen. Daarbij kwam ‘het onjuiste en sportieve gepraat van de fam. Kanis, waardoor een ander paar dusdanig gedupeerd werd dat een promotie hun juist ontging.”

 

In het jaarverslag van 1952 werd niettemin geconstateerd dat “het afgelopen verenigingsjaar zich weer gekenmerkt heeft door een buitengewone sportieve activiteit, culminerende in een reeks wedstrijden tegen verschillende tegenstanders, waarin wij het er dikwijls zeer goed hebben afgebracht. Hieruit mag worden afgeleid, dat het spelpeil bij ‘Vronesteyn’ nog steeds vooruit gaat.”

Het ledental was inmiddels gestegen naar 50 en er hadden slechts 3 leden bedankt, waaruit ook geconcludeerd mocht worden dat de geest zeer goed is en men zich bij ons thuis voelt.

 

Ook werd in het jaarverslag melding gemaakt van het feit, dat men weer naar café-restaurant “Vronesteyn” terug was gekeerd, hoewel daar in de verslagen van de bestuursvergadering met geen woord over gerept werd. De eigenaar van Canterbury had gevraagd of men niet later, om 9 uur, zou kunnen beginnen omdat hij anders op dinsdagavond in het gedrang kwam met zijn diners. Het bestuur wilde juist vroeger beginnen en was dus genoodzaakt uit te zien naar een ander onderkomen. Er bleef niets anders over dan weer naar Vronesteyn terug te keren, waar zij met open armen werden ontvangen. De vereniging is daar tot 1 maart 1965 gebleven. Op die datum werd door de heer Kuypers de huur opgezegd, omdat de vereniging niet bereid was de huurverhoging te betalen. Men heeft toen onderdak gevonden bij “Fjord” aan de Zwartelaan.

 

Tenslotte werd er op de jaarvergadering van 1952 een lustrumcommissie geïnstalleerd bestaande uit de heren v.d. Borght, Hoevers en Kieken. De penningmeester deelde mee, dat voor dat feest een bedrag van fl. 250,– was gereserveerd en dat de verdere bijdrage per lid ca. fl 7,– zou moeten bedragen. Daarvoor zou een spaarsysteem ontworpen kunnen worden.

 

Het 1e Lustrumjaar

 

Volgens het jaarverslag van 1952 kon gesproken worden van een intens en bloeiend clubleven. De geest is uitmuntend, de financiële toestand kerngezond, het spelpeil bevindt zich nog steeds in stijgende lijn en het aantal leden neemt langzaam maar gestadig toe. De vooruitzichten voor het lustrumjaar waren dus in alle opzichten uitermate gunstig.

 

Het aantal leden steeg in 1953 tot 58. Op wedstrijdgebied waren er enige hoogtepunten te noteren “die het prestige van ‘Vronesteyn’ in de Nederlandse Bridgewereld weer aanmerkelijk hebben verstevigd.” Aan de viertallen competitie werd met 6 viertallen deelgenomen, waarbij voor het eerst het 1e team promoveerde naar de 1e klasse. Daarnaast werd met vele viertallen of paren deelgenomen aan wedstrijden, die door zusterverenigingen georganiseerd werden.

 

In april 1953 wilde Vronesteyn samen met VBC en de niet bij de NBB aangesloten club Pax een bridgedrive voor leden en hun introducés organiseren in café-restaurant “Vronesteyn” (waar ze alle drie speelden), waarbij de opbrengst ten bate zou zijn van het Rampenfonds. Men vroeg hiervoor goedkeuring van de NBB, dat werd verleend onder de voorwaarde “dat het Dagelijks Bestuur in kennis werd gesteld van het bedrag dat aan het Rampenfonds zal worden afgedragen met eventuele controle op de afdracht aan het Rampenfonds”. Vanwege het doel behoefte geen afdracht plaats te vinden van de verplichte 5%. De gestelde voorwaarde was echter voor de besturen op principiële gronden onaanvaardbaar omdat het getuigde van wantrouwen in die besturen. Er werd daarom afgezien van de organisatie van deze drive.

 

Tenslotte, de viering van het 1e lustrum, dat plaats vond op zaterdag 14 november 1953. De kosten bleven binnen de begroting, maar “men schijnt nog een achterdeurtje te hebben waarover de heer Hoevers zich echter niet wenst uit te laten”.

Het feest vond plaats in het Parkhotel in Den Haag “waar een paar uur op de allergezelligste wijze werd geborreld, terwijl zelfs St. Nicolaas ons met een bezoek kwam verrassen. Hierna ging men gezamenlijk aan tafel, waar onder gezellige kout, toepasselijke- en deze keer eens niet vervelende toespraken- met als afwisseling verrassende attracties, zoals het aanbieden namens de damesleden van een door Mw. Stiefenhagen kunstig vervaardigd vaandel, het optreden van de Bousingers en de Vronesteyn girls, onder begeleiding van voortreffelijke muziek, een voortreffelijk diner verorberd werd. Het was geen wonder, dat om ca. half drie iedereen volkomen voldaan naar huis ging.” (uit het jaarverslag 1953).

 

De voorzitter constateerde in het Jubileumnummer van ‘Vronesteyn komt uit…’ “dat in de vijf jaar van haar bestaan Vronesteyn uitgegroeid is tot een bloeiende vereniging, gedragen door de goede geest en de vriendschap bij de leden. En speciaal een bridgeclub staat of valt met de geest onder de leden. U weet allen hoe het geliefde bridge-spel zo gauw aanleiding geeft tot boze gezichten bij partners en hoe licht een fout of onnadenkendheid van het bestuur of de wedstrijdleiding leden kan duperen. Daarom dank aan u allen voor uw grote sportiviteit om in dergelijke gevallen het clubbelang steeds te stellen boven het persoonlijk belang….

 

LANG LEVE VRONESTEYN

 

Andere artikelen

Handleiding Rankingcompetitie

Handleiding rankingcompetitie

28/02/2024 - Jan van den Berg

Afmelden voor de dinsdagavond

Afmelden:  Tot 19.30u, op de maandag voorafgaand aan de speelavond op dinsdag,...

28/02/2024 - Jan van den Berg

Uitslag Jubileumdrive 4 november 2023

Voor de uitslag van Jublileumdrive klik hier en vervolgens op de link van de jubileumdrive.

06/11/2023 - Jan van den Berg